“Even wachten jongens, papa wil even een foto maken.”
Een jaar nadat ik de Fujifilm X-E1 heb gekocht moest het er dan in deze vakantie van komen. Fotograferen. Zoals ik mij had voorgenomen na de overstap van mijn oude vertrouwde Nikon D50 naar mijn nieuwe systeemcamera. Meer aandacht voor de compositie, meer aandacht voor het onderwerp en kwaliteit … meer hobby. Daar ging het vooral om!

Bepakt met een rugzak vol drinken, bolletjes en plattegronden, 3 reeds verstoten fleecejassen – want het werd toch warmer dan gedacht – onder mijn linkerarm, over mijn rechterschouder de fototas en in de hand aan diezelfde kant, mijn camera. Zodra ik mijn vrije hand wil gebruiken bij het ondersteunen van de camera, snoeren alle draagriemen zich aan en beletten, samen met de jassen een ontspannen pose. Met beide handen onder spanning aan de camera probeer ik de foto te maken. Mijn zonnebril voorkomt alleen dat de oogsensor van mijn X-E1 schakelt tussen het lcd-scherm en de zoeker. Ik probeer met een soepele hoofdbeweging mijn zonnebril boven mijn wenkbrauwen te tikken, maar nog voordat de bril de gewenste positie heeft ingenomen, zakt de rugzak naar mijn linkerheup en sta ik volledig uit balans. Met de kaken op elkaar laat ik enige woorden mijn mond vallen die in het Deens waarschijnlijk beter klinken: ” Godvrrr shitzooi!”
Nog voor ik mijn vinger naar de ontspanknop breng is de lol om de foto te maken al verdwenen. Het plaatje dat ik voor ogen had, minder mooi.
Zodra ik weer in positie sta, laat ik de ISO-waarde, scherptediepte, sluitertijd en belichtingscompensatie voor wat ze zijn en druk af.

Het resultaat is niet meer dan een vakantiekiekje. Maar ja, daar is het dan misschien ook vakantie voor.

Zwart-witfoto’s


Kleuerenfoto’s