Ik ben trendwatcher, sinds een paar maanden. Je hebt geen derde oog nodig om trends op te merken. Tenminste, als je deze zou definiëren als iets wat de neiging heeft zich in een bepaalde richting te bewegen of, als het extrapoleren van een aantal opeenvolgende samenhangende gebeurtenissen of waarnemingen. Gedurende een dag gebeurt dat meerdere malen en met het fingerspitzengefühl van deze inmiddels geoefende trendwatcher kan dit rücksichtslos worden geclassificeerd als een trend of een voor mij tot nog toe onopgemerkt gebleven mechanisme.

Zo lijkt er zich op dit moment een trend te ontwikkelen in mijn directe omgeving. Op mijn werk stortte een aantal mannen van middelbare leeftijd zich onlangs op een studie. Niet zomaar een cursus of wat bijscholing, nee, technische bedrijfskunde wordt bij de horens gevat. Zeg maar, de rechtenstudie van de jaren 90. Verbaasd was ik, maar na enige tijd zag ik waarom ze, al dan niet getriggerd door de crisis, opzoek gaan naar “hidden opportunities”.

Maar het toekomstbeeld van die “verborgen mogelijkheden” ligt vaak een paar meter verder op: het kantoor van het middenmanagement, die juist in deze tijden van zich laten horen. Ik bedoel: letterlijk horen!

De betreffende kantoorgroep klit graag samen onder het genot van een “goede” mop. De laatste tijd rolt de ene na de andere bulder het kantoor uit zonder de volledige afdeling hier deelgenoot van te maken. Zij kunnen slechts raden naar de gevatheid en de dubbele laag in de scherts. Maar doorgaans is deze dubbele laag nauwelijks waarneembaar en ervaar ik managementhumor als een “contradictio in terminis“, Het kost mij dan ook geen enkele moeite mijn lachen in te houden bij het aanhoren van de tentoongespreide basale humor die grofweg in 3 categorieën uiteen valt:

  1. Het vellen van een waardeoordeel op grond van iemands sekse en diens mogelijke reproductiewijze: seksisme. Gesteld mag worden dat de jaren 60 achter ons liggen. Het teruggrijpen naar deze “plagerige” periode is dan ook meer een uiting van onzekerheid en twijfel, dan dat het bijdraagt aan het humorgevoel.
  2. Het reflexmatig ontspanningen van de onderste slokdarm, wat het ontluchten van de maag tot gevolg heeft: boeren. Maar dan uit volle borst! Een halfslachtig oprisping zal in geen geval het ontzag wekken waar de “boerder” naar opzoek is.
  3. Het met een peristaltische actie laten uittreden van  walmen zwavelverbindingen, gevolgd door een karakteristiek geluid: winden. Een duidelijke zoektocht naar het juiste podium, maar deze zal doorgaans niet gevonden worden in een nauwe kantoorruimte. 

Je zult je maar als studerende middelbare man aangetrokken voelen tot dit voorland. Waar komt die solidariteit vandaan?

Het kwartje viel op maandagmiddag, na het aanhoren van een derde lachgolf. Nooit had ik gedacht aan een leeftijdsgebonden mechanisme. Deze mannen, tussen de 35 en 50 jaar:  Zíj zijn de studenten uit de jaren 90, maar nog belangrijker, de “midlifers” van nu!  Bij de een heeft de motor plaatsgemaakt voor het volgen van een studie tussen jonge (vrouwelijke) studenten, een overduidelijke vorm van vluchtgedrag, opzoek naar hun veel jongere “ik”. Bij de ander is het plagerig seksisme, het winden laten of boeren onder collega’s een geforceerde wijze van geldingsdrang.
Ik realiseerde mij pas later dit ik ook binnen de gestelde leeftijdscategorie val. En ja, misschien is dit blog wel mijn zoektocht en mijn geldingsdrang. Ach, iedereen zijn eigen midlife zal ik maar zeggen.