Mijn mokje

Cyclaam (Cyclamen) is een geslacht van vaste planten uit de sleutelbloemfamilie of volgens het APG II-systeem uit de familie Myrsinaceae. De cyclaam is een knolgewas, dat weinig affiniteit vertoont met andere sleutelbloemachtigen, hoewel hij, door zijn omgekeerde petalen op het twaalfgodenkruid (Dodecatheon meadia) uit Noord-Amerika lijkt.

Aldus Wikipedia. Maar die wetenschap hielp mij echter niet verder toen ik vorige week voor een onaangename verrassing kwam te staan. Juist op het moment dat ik het niet verwachtte.

Ooit is door E. aangegeven dat als ik een buitengewoon hufterige actie zou uithalen, dit subtiel doch duidelijk kenbaar zou worden gemaakt. Zo zou mijn ‘solid brass’ Zippo-aansteker, die door mij jarenlang structureel verwaarloosd werd om een authentieke vintage uitstraling te verkrijgen, ’s morgens opgepoetst naast mijn broodtrommel staan te glimmen. Als laatste zout in de wond, zou ze dit alles begeleiden met de woorden: “Zo, die is weer funkelnagelneu!” Een duidelijker signaal kon er niet worden afgegeven.

Meermalen ben ik ’s morgens de trap afgelopen en verwachtte ik het blinkende messing op het aanrechtblad. Maar niet deze keer. Dit keer kwam het volledig onverwacht. Alleen vond ik niet de glimmende Zippo, maar een ander bezit met vergelijkbare emotie. Het zal haar zeker niet zijn ontgaan dat de aansteker al een aantal jaar niet meer gebruikt is, laat staan dat ik weet waar die ligt. Na het stoppen met roken is de Zippo dan ook tot een herinnering gedegradeerd. Opzoek naar een ander represaillemiddel moet E. al snel zijn uitgekomen bij mijn vertrouwde koffiemok.

Het mokje laat zich kenmerken door een blauw craquelé glazuur met een in bruin afgezette rand en … zonder oor. Nog voordat de kinderen de waan van de dag weer inluiden, is het mijn ochtendmetgezel. Geen dag gaat voorbij dat de mok zijn weg naar het Senseo-apparaat niet vindt.
Maar wat in hemels naam kon erg genoeg zijn om mij mijn koffie te onthouden in mijn vertrouwde mok. Welk empatisch onbehouwen huzarenstuk had ik opgevoerd dat voldoende was om mijn mokje te beplanten!

In het midden van de met zwart linoleum bedekte Gispentafel stond het …  mijn mokje … inclusief Cyclamen persicum, dat weinig affiniteit vertoont met andere sleutelbloemachtigen. Het kostte geen moeite mij in te leven in het plantje. Ik voelde mij ontheemd.
Ik dacht terug aan de dagen ervoor. Aan de conversaties die we hadden gehad en aan degene die we wellicht gehad zouden moeten hebben maar waar om welke reden dan ook geen start mee was gemaakt. Ik kon niets bedenken. Haar in een dergelijke situatie vragen naar de toedracht zou alles alleen maar erger maken. Niemand zit op een antwoord te wachten als:”Moet ik je dat na gisteren nog uitleggen!” Ik kon niet anders dan de daarop volgende dagen mij uitsloven, mij dienstbaar opstellen, ten einde het tij te keren en om mijn mokje te kunnen ontdoen van de cyclaam en weer te gaan gebruiken waarvoor het eigenlijk bedoeld is, koffie!

Gedurende het weekend probeerde ik haar in alles voor te zijn. Ik zette koffie al voordat er behoefte aan was, stofzuigde vlak voordat de eerste haar van onze kat op het tapijt viel en deed boodschappen voordat we wisten wat we gingen eten.
Een topweekeinde moet het voor haar zijn geweest, ik kan niet anders zeggen. Maar er werd door E. geen aanstalten gemaakt mijn mok te bevrijden van de cyclaam. Schoorvoetend moest ik mij gewonnen geven, mijn petalen omkeren en haar aanspreken:

+ Hoe veel dieper moet ik nog door het stof zodat mijn mokje weer bevrijd wordt van die cyclaam.
– Sorry, wat bedoel je?
+ Die cyclaam in mijn mokje …
– Ja, schattig hé. Ze waren in de aanbieding bij de COOP en toen ik thuis kwam merkte ik dat we eigenlijk helemaal geen kleine potjes hadden. Jou mokje stond nog op het aanrecht … en die paste zo mooi! Leuk hè, ik dacht dat je het nooit zou zien. Trouwens, nog bedankt voor het lekkere weekend.
+ O … ja, jij ook bedankt … Is dat alles?
– Hoezo alles?
+ Nee, laat maar. Weet jij toevallig waar mijn Zippo-aansteker is?