Ochtendgroet

Wanneer tussen flarden mist de ochtend dwaalt
de fiets bepaalt waar het noordoosten ligt
verdwijnt mijn blik in het witte vergezicht
op zoek naar het moment die jouw groet herhaalt

“Hoi.”
“Hoi.”

 

Elke ochtend kom ik haar op de fiets tegen. De moeder van een oud-klasgenootje van mijn dochter, die al jaren geleden de school heeft verlaten, verhuisd is en uit het zicht verdwenen. Ik heb geen andere naam dan die van haar dochter.

Toen ik na jaren van gemotoriseerd forensen de fiets oppakte, kwam ik haar weer tegen. Na een week was de ochtendgroet voor het eerst te horen … als blijk van herkenning, daarna als groet. Nu, als een soort groundhog day, lijkt het ongemak de overhand te krijgen en vraag ik mij af hoe lang we hier nog mee door moeten gaan. Maar het abrupt stoppen van de ‘hoi’ zou wellicht leiden tot onbegrip en zeker tot ongemak.

Misschien wil ik er ook wel niet mee stoppen. Want om een fantasie te voeden en in stand te houden heb ik niet meer nodig. Niet dat ik er elke ochtend naar uit zie, of verlang haar te ontwaren tussen de naar schoolgaande jeugd. Sterker nog, ik merk haar vaak pas laat op. Daarentegen mis ik haar zelden. En ja (het is dat u het denkt), op basis van dit feit valt een zekere erotische lading of aantrekkingskracht niet te ontkennen. Net wakker, met de mist op mijn wimpers neergeslagen, is er ook niets mooiers dan ’s morgens vriendelijk te worden begroet door een vrouw met lang haar, licht voorovergebogen boven het stuur en uit tegengestelde richting. Een prettig begin van de dag die wellicht al eerder opgestart had moeten worden. Maar ja.

Liever had ik u gemeld dat de ogenschijnlijke behoefte ingevuld werd door ‘het ’s morgens uitgezwaaid worden door je echtgenoot.’ E. die eerder altijd als laatste het huis verliet, vertrekt nu doorgaans als eerste. De dagen dat zij de rol aannam van gedweeë huisvrouw lijken al weer eeuwen geleden, als ze überhaupt al bestaan zou hebben. Laat staan dat mijn beide kinderen haar flankeren tijdens het uitzwaaien. Het Youtubbende kroost komt daarvoor zeker de bank niet meer uit. Terwijl ik me een weg ga banen langs scholieren drie rijen dik, wegwerkzaamheden met schielijk achteruitdraaiende walsen en automobielen met beslagen zijruiten, kijken zij de laatste vlog van Enzo Knol

Ik laat het maar in het midden. Misschien is het wel gewoon een groet van saamhorigheid. Aangevuld met een onuitgesproken: “Jij ook weer op de fiets? Ja, het is zeker fris. Morgen maar weer de handschoenen aan. Ik dacht er vanmorgen wel aan, maar het leek erop dat het nog wel zonder kon.”
Maar ja, daarvoor is het moment te kort … en alweer voorbij, terwijl jij, achter mijn rug verdwijnt, in het witte vergezicht.

 

Disclaimer:
Gezien een onlangs verschenen tweet van mijn vrouw is enige voorzichtigheid geboden en meld ik dat de beschreven situatie louter fictief is. Enige vergelijkingen met hen, ongeacht of ze wel of geen deel uitmaken van onze kennissenkring, berust enkel en alleen op toeval.