Naast de algemene nationale testen zoals de IQ-, bijbel- en geheugentest, is er ook nog het Nationaal Groot Dictee Der Nederlandse Taal. De titel klinkt al net zo oubollig als het dictee zelf. Laat het presenteren door de gedegenereerde anchorman van het NOS journaal en het drama is compleet.

Voor de zoveelste keer heb ik mij verbaasd over de onzin van het nationaal dictee. Ja, u ziet het goed, ik schijf het met kleine letters. Met opzet. Het mag van mij terug op de plaats. Laat het inburgeren, voordat er een nieuwe aflevering komt. Op dit moment is het slechts een zelfverheerlijking van de schrijver van het dictee, in dit geval Kristien. Kent u trouwens iemand in uw omgeving die met plezier deelgenomen heeft aan het dictee, zich kon vinden in de zin; “Ik zocht een Mariaheiligdom waar ook steilorige vroegeenentwintigste-eeuwse niet-gelovigen zich konden neervlijen om de genezing af te smeken van levercirrose, ontstoken bronchiën, X-benen of een acuut accres van genitale wratten.”

Ik niet. Nu zegt dat waarschijnlijk meer over mijn omgeving dan over het uwe. Zo ben ik deze week ook meerdere malen geconfronteerd met het jaarwoord Swaffelen. Een groter verschil tussen beleving van taal kun je je niet bedenken. Dit zegt verder twee dingen:

  1. Zolang de kloof tussen het jaarwoord en het nationaal dictee enorm blijft, blijft integratie van de Nederlandse taal noodzakelijk.
  2. Zowel bij het jaarwoord als bij het uitspreken van tweede zin uit het dictee, raakte mijn partner niet opgewonden.

Werk aan de winkel!