30 natte broeken en T-shirts klimmen via het trapje weer de kant op. Als verzopen katten staan de tengere lijfjes aan de rand van het zwembad nog na te druppen. Het is de afzwemdag voor diploma B. 6 á 7 jaar is het grut. Ik heb met ze te doen, ook al gaat elke vergelijking met mijn eigen zwemlessen mank. Toen, in 1974, waren er andere wetten en regels voor het behalen van je diploma. Het zwaar verwarmde zwembad en de juf Sandra van nu staan in schril contrast met het buitenbad en de badmeester van toen. Het was één grote ontbering. Het verschil tussen Thialf en ‘De Hel van ’63’ … om u maar een beeld te schetsen.
’s Morgens werd ik door mijn moeder wakker gemaakt. Elke donderdag om 7 uur. En elke donderdag om 5 over 7 stond ik huilend op de overloop, wetende wat komen ging, om 8 uur startte namelijk de zwemles … in het buitenbad. Trauma’s heb ik er van opgelopen. Nog steeds, als het ergens tocht in huis, denk ik terug aan de natte betonnen kleedhokjes van zwembad ‘Het Nieuwland’. De wind guurde onder de kleedhokjes door. Bij iedere keer dat er een hoofd (opzoek naar een leeg hokje) om de hoek van het inloopkleedhokje keek, werd mijn naaktheid schaamtevoller. Na de zwemles zat het natte katoenen touwtje in mijn zwembroek altijd in een onmogelijke knoop. Het uittrekken van je zwembroek voelde als schuurpapier over de met kippenvel beklede benen. En dat alles met een moeder die het gejammer zat was, zo snel mogelijk naar huis wilde en met een ongekende ruwheid je afdroogde en aankleedde.
De ouders bleven gedurende de zwemles bij de kleedhokjes achter. Badmeester Freriks hield ze op afstand. Het leswater was zijn domein en duldde derhalve geen pottenkijkers. Niets, kijklessen anno 2010. Niets, verwarmd zwemwater. Daar stond je dan – in de zwembroekje – te rillen op de kant, in de ochtendkou. Het zwemwater zag er al niet warmer uit, dus werd het springen in het diepe nog even uitgesteld. Totdat Freriks langs kwam: “Niet zo miemelen Smit!”, gevolgd door een por in je onderrug. Net voldoende om je uit balans te brengen. Zo ging dat toen. Niet voor niets hoor ik bij de generatie die nog weet wat wordt verstaan onder ‘waterkou’.
Nee, als ik nu zie hoe er geïmproviseerd door een gat gezwommen moet worden … Er waren dagen bij dat wij dit ook oefende. Het waren de dagen dat Freriks met een haak aan een lange stok eerst een wak in het ijs moest hakken. Alles aan mijn lijf klapperde dan, was blauw aangelopen en gebroken om ook maar enige weerstand te bieden aan de barbaarse werkwijze van Freriks.
… Maud komt naar ons toegesneld om haar natte kleren uit te laten trekken. Hierna komt ‘het gat’. “Je kunt het schat, kom op!” Ik krijg een glimlach van haar toegeworpen en daar gaat ze weer. Op naar Juf Sandra en het gat onder water. 7 meter onder water. De vorige keer was het gat nog een halve meter te ver en mocht ze niet afzwemmen. De spanning stijgt. Met een propperig duikje gaat ze te water … 9 tellen later laat ze aan de andere kant van het gat haar gezicht weer zien. Ze straalt. Ik straal. De rest is een eitje.
Na afloop staan we nog even bij de kassajuffrouw van het zwembad de laatste administratie bij te werken:
“Ik heb nu ook diploma B, mijn papa heeft alleen maar A.”
“Zo, dan kun je nu beter zwemmen dan je papa.”
“Nou, papa heeft nog les gehad in een buitenbad, hij zegt dat dat dubbel telt.”
“Geloof daar maar niks van!” antwoordt de kassajuffrouw met een dikke knipoog richting Maud.