Ik ben er al jaren op zoek naar mijn mannelijkheid, in ieder geval opzoek naar het mannelijk gevoel. Af en toe vraag ik mij af of ik het wel kwijt kan zijn, of ik het überhaupt wel heb gehad? Misschien ben ik de evolutie vooruit en laat ik zien hoe de man er over 25 jaar voor staat. Zonder borsthaar en immuun voor feromonen. Maar misschien moet ik het wel aanwakkeren. Is het latent en moet ik gewoon met ontbloot bovenlijf de tuin omspitten, vrouwen nafluiten op rokjesdag, als Tim Allen grommen bij het geluid van een 8-cilinder, meer bier drinken met de voeten op de salontafel … tijdens Studio Sport. Zegt u het maar.

Gisteren nog leek er zich, zomaar uit het niets, een uitgelezen aanwakkermoment voor te doen. Er stonden bij ons in het achterpad twee bezwete vrouwen. In tuinbroeken gehuld en met ontblote schouders waren ze de afrastering aan het verwijderen. Op eigen initiatief begonnen, alleen … de vastgeroeste slotbouten waren niet los te krijgen. “Buurman, heb jij een ijzerzaag voor ons”. Natuurlijk heb ik een ijzerzaag. Een eigengemaakte! Van ooit, toen ik nog een loodgieter was met eelt op mijn handen. En natuurlijk schoot ik de twee buurvrouwen te hulp. Ik rende naar zolder en pakte de bewuste ijzerzaag. Ontdaan van mijn overhemd en gekleed in een singlet en een raw denim besteeg ik het toneel. Echter, de twee vrouwen hadden de arena ondertussen verlaten. Daar ging hun Coca Cola Light Break … en mijn aanwakkermoment. Nadat ik de laatste slotbout van de betonnen palen had verwijderd riep één van hen over de schutting of het wilde lukken. Tussen mijn oren gromde het, maar het bleef bij een: “Zeker, buuf, het is al klaar. Zoiets kun je maar beter meteen doen.”

Het viel mijn vrouw direct op dat het achterpad was aangepakt. Toen ik haar vertelde dat ik geholpen had met het verwijderen van de bouten werd er een blik richting de schuurdeur geworpen. “Volgens mij zou je al 3 jaar die rotte lat in de deur vervangen, wil je dat binnenkort eens doen!”

Dat is het natuurlijk ook. Je krijgt geen ruimte meer om je nog enigszins te profileren als man. Of, je wordt er voor afgestraft. Juist de groep die ons profiel zou moeten voeden kijkt bewust de andere kant op. In ieder geval als wij haar kant op kijken.

In het maandblad Psychologie van mei worden er 99 vragen aan ons voorgelegd en beantwoord. Wellicht kon ik daar een antwoord vinden op de vraag die mij boeit: Waar is mijn mannelijkheid gebleven? Maar ook dat blijkt een deceptie. De eerste vraag van het blad zet al direct de toon: ‘Waarom staat er nooit een man op de cover’. Antwoord: ‘Dit is een vrouwenblad’. Het blad dat ooit is begonnen als populair wetenschappelijk vakblad, is nu een mix van Viva, Opzij en Libelle. Maar goed, vragen beantwoord zien van een vrouw kan ook verhelderend zijn.
Dus ik lees, lees alles van ‘Waarom zijn er mannen’ tot ‘Is online ontrouw wel echt overspel’. Ik filter, en filter nog wat meer om eruit te halen wat er mogelijk in zit. Maar ik kom niet verder dan dat mannen handig zijn, omdat ze een penis hebben. Alleen rechtsonder op pagina 27 staat een deel van mijn antwoord:

Mannen en sex zijn vrouwelijke gezondheidsmaatregelen. Maar wel maatregelen met leuke bijeffecten. … Laat ons onze tijd maar verdoen met lachen, flirten, dansen, zingen, baltsen, hijgen, prutsen, friemelen en rampetampen.

Daar mogen we het dan mee doen. De man als leuk bijeffect. Maar in dezelfde editie van Psychologie laten ze Cordellia Fine uitleggen waarom mannen en vrouwen beide van Mars komen. Opzoek naar de ultieme gelijkheid. Hoe tegenstrijdig; gelijkheid en bijeffecten. Het geeft aan dat vrouwen hun weg naar de nieuwe gelijkheid nog niet gevonden hebben. Ze zullen zichzelf de vraag moeten stellen of ze dit überhaupt wel willen. Het had vraag 100 moeten zijn in de Psychologie. Voor mij als man is daar maar één antwoord op: want als er geflirt en gebaltst moet worden wil ik mijn mannelijkheid ten tonele voeren. Ik wil dan grommen, met ontblote bast de schuurdeur maken en je nafluiten, of het nu wel of geen rokjesdag is. En dat jij dan antwoordt, vanaf Venus, flirt, baltst, lacht en hijgt.