Zo zie je maar weer, een bruggetje is snel geslagen. Met de intentie om snel van het onderwerp af te wijken. De reden waarom de hond door het raam is gegooid doet er niet meer toe, de aandacht wordt achteloos verlegd naar een vertroebelde familieband. Het kwam mij de afgelopen week bekend voor, hoewel met beduidend minder succes.

Zonder hierbij een ruit te laten sneuvelen is onze hond Bus vorige week aan het einde van zijn bestaan gekomen. Uitgeblaft. En hoewel het gemis niet wordt gebagitaliseerd, biedt het wel ruimte. Ruimte voor E. om de kamer weer eens opnieuw in te richten. De bench en de hondenmand lieten twee gapende gaten achter in onze woonkamer van net 25 vierkante meter. Schreeuwend om opgevuld te worden. Voor E. was het in ieder geval een dermate duidelijk signaal dat het niet onbeantwoord kon worden gelaten. Ik had alleen beter de opmerking “Als we toch aan het veranderen slaan, weet ik ook nog wel wat dingen te noemen.”, achterwege kunnen laten.

Het is een fout die ik wel vaker maak: iets hard roepen zonder de consequenties hiervan in te schatten of vooraf mee te wegen. Laat staan: een reactie in te calculeren.
E. keek mij enigszins verrast aan: “Wat dan? Daar ben ik wel benieuwd naar. Wat mag er volgens jou dan anders?” Maar als er iets is wat ik eigenlijk wil vermijden in onze huiskamer, zijn het de discussies over de inrichting. Wil ik geen praat hebben over:

  • de twee kasten vol met haar jaren-50-servies.
  • alle bakjes met prulletjes op de eettafel, die al snel vol raken met alles waar het bakje in eerste instantie niet voor bedoeld was, waarna er dus een bakje bij geplaatst wordt, die ook binnen no-time met onbedoelde prullaria vol zit. In de kliko ermee!
  • de groep-3 kleurplaat van Gijs die ook wel eens van de muur mag en vervangen  wordt door serieuze kunst, maar ja … we hebben bewust voor kinderen gekozen en hangt ‘alles wat je er voor terug krijgt’ eerst 18 maanden bij ons aan de muur.
  • het misplaatste imitatie jaren-60-tv-meubel dat bij ‘Gerrit Outlet’ uit Groningen online gekocht is en sindsdien de grootste dissonant is in onze kamer.
  • een semi antiek, halfhoog bloementafeltje, gemaakt van potentiële aanmaakhoutjes. Het heeft alleen de buitendeur, richting de vuurkorf nog niet gevonden.
  • de bruine gordijnen. Bruine gordijnen! NEED I SAY MORE!
  • ondefinieerbare objecten in de woonkamer, die bij navraag altijd een waxinelichthouder blijken te zijn. 31 heb ik er op een gegeven moment geteld!

+ “Wat mag er dan anders?” herhaalt E. Verschrikt kijk ik nogmaals snel de kamer door, opzoek naar iets wat ik wel durf aan te wijzen. Mijn gevoel heeft me al eerder in de steek gelaten door mij in de richting van een, voor haar, zwaar emotioneel beladen knutselfrutsel te sturen. Die situatie luidde destijds een nogal onderkoeld weekend in.

Dan valt mijn oog op een kaarsenstandaard. Het onooglijk grof gesmede geval staat links achter in de hoek met, in mijn beleving, al 15 jaar dezelfde kaars. Maar ook hier zal zeker een verhaal aan kleven. Vast van een of andere ‘oudtante Jannie’ geweest die de standaard, waaraan bij een tragisch ongeval geliefde poedel Daisy gespietst werd, uit zicht wilde hebben en sindsdien alleen nog led-waxinelichtjes op het altaartje van de hond brandt. Maar ik gok het erop, bij gebrek aan een betere inval.

– “Nou, die kaarsenstandaard zou wat mij betreft wel weg mogen. Hij staat in de weg bij het stofzuigen en is niet zo mooi, zeg maar.  Hij is … WANSTALTIG! FOEILELIJK! Het karrenwiel ontbreekt er nog maar aan. Middeleeuws gepruts. Op de brandstapel ermee. De kringloopwinkel zou het niet eens innemen. En ik begrijp dat! Een misvormd stuk staal en voor een driepoot ook nog uitermate onstabiel. Maar bovenal een functioneel gedrocht. De enorme punt splijt de meeste kaarsen in tweeën. De kaarsen die wél passen zijn van het walmende soort! Dus … van mij mag ie weg!
+ “Graag schat, liever vandaag nog dan morgen. Hij is van jou dus …”
– “Van mij …?”
+ “Ja, weet je dat niet meer? Je hebt hem gekregen van je zus toen we hier kwamen wonen.”
– “Dus niet van tante Jannie?”
+ “Tante wie?”
– “Laat maar.”
+ “Zet je de standaard even buiten neer? Weg is weg!”
– “… Het valt me op dat we al veel meer katten in de tuin hebben nu Bus ze niet meer wegjaagt.”
+ “Ja, dat was mij ook opgevallen. En verder, … wat mag er verder nog anders? Je had het over ‘meerdere dingen’ die anders mochten toch?”
– “Wat? Ja, … nou nee, niets. … verder is de woonkamer wel goed zo.”